Gelukskoffer

‘Ben jij ook zo misselijk?’ Vroeg de rugzak die naast hem zat, ‘Dit is nou al het honderdste rondje, Ik heb het HELEMAAL gehad!’ ‘Ik ben trouwens Ruupie’, zei de rugzak, ‘Hoe heet jij?’ ‘L-u-k’, stamelde Luk, ‘Lukkie, mijn nieuwe vriend!’ riep Ruupie blij. ‘Wat denk je ervan: Zullen we die mensen van ons nog vijf minuten geven? En als ze er dan nog niet zijn, Gaan we onze eigen avonturen beleven!’ Filosofeervragen les 1 ‘Wat is geluk’ Voorafgaand aan het filosoferen kunt u kort teruggrijpen op het verhaal: • Wie is Ollie? Wie is Lukkie? • Wat gebeurt er in dit verhaaltje? • Lukkie maakt vrienden. En Ollie? • Wat is geluk voor Ollie? En voor Lukkie? • Op wie lijk jij het meest? (bruggetje) Kringgesprek aan de hand van de filosofische startvraag: Kun je zelf kiezen of je blij bent? Subvragen: • Ollie werd wakker met een vreemd gevoel. Hoe werd jij vanochtend wakker? Idee: maak picto­ grammen van: blij/boos/verdrietig/... en laat de kleuters kiezen en vertellen. • Blijheid is een fijn gevoel. Waar word jij blij van? Teken op het digibord wat de kinderen opnoemen. Waar voel je dat? Hoe kun je aan iemand anders zien dat hij/zij blij is? (de ik-gerichte kleuter moet nog leren zich te verplaatsen in de ander). Bespreek daarna aan de hand van de tekeningen: • Het verschil tussen blij worden door iets dat je hebt (spullen) en blij door vriendschap (met een mens/dier). • Het verschil tussen kort en lang geluk (kort geluk zijn de momenten dat je geluksgevoel alweer snel weg is en pas terugkomt als je bijvoorbeeld weer iets nieuws krijgt, lang geluk zijn alle momenten waarvan je een geluksgevoel in je buik krijgt als je eraan terugdenkt). les 1 11

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=